Vraaggesprek met de chiffonnière van mijn tante
Ik heb de chiffonnière van mijn tante geïnterviewd.
Om er zeker van te zijn dat de chiffonnière van mijn tante er niet een beetje op los ging zitten fantaseren, sloeg ik er eerst de Von Bienefeldt-archieven op na.
Ik vond een brief van mijn oma uit 1922, geadresseerd aan een nicht in Sassenheim. Ik had nooit van die nicht gehoord, maar volgens stamboomvorsers hebben wij hier te maken met een derivaat van de Van Teylingens, en omdat ik ook een derivaat van de Van Teylingens ben, hoefde ik er niet mee te zitten dat ik mijn neus stak in een brief die niet voor mij bestemd was. Het bleef zogezegd in de familie. Na een weerpraatje (‘In jaren niet zo’n zachte herfst gehad’) schrijft mijn oma: ‘Die kast wil maar niet deugen, alle laden klemmen, het spiegeltje is beschimmeld en hoe ik ook poets, die rode glans krijg ik er niet uit.’
Dat moest over de chiffonnière van mijn tante gaan. Ik legde de zin voor aan het meubel. De chiffonnière van mijn tante begon te lachen.
‘Uw oma was niet zo dol op me. Ik vermoed dat dat iets met mijn rode jaren te maken heeft.’
‘Uw rode jaren?’ (meer…)